….schrijf je in Frankrijk met een HOOFDletter. Dat was altijd al zo – want artsen behoren al heel lang tot de notabelen in dit land – maar dat is nu nog meer het geval dan vroeger, vanwege het dramatische gebrek aan opgeleide doctoren. En met een vergrijzende bevolking en een zich op de steden concentrerende dienstverlening zijn we hier het punt allang voorbij dat het probleem misschien nog opgelost had kunnen worden.
Maar erger nog dan het tekort aan artsen is de manier, waarop veel artsen werken: hun zicht op de patiënt lijkt volkomen “top-down”, namelijk vanuit hun enorm hoge ivoren toren, van waaruit ze – als ze tenminste zin hebben – neerkijken op het onmondige, domme, lastige patiënten-vee dat niet eens weet dat Paracetamol overal tegen helpt. Van de zeven huisartsen die ik heb gehad sinds wij ons in Frankrijk hebben gevestigd behoorden er vijf tot deze soort: een consult bestond dan uit de korte vraag “waar komt U voor?” en zonder het antwoord echt af te wachten rolde er dan al een “ordonnance” uit de printer waarop standaard vier geneesmiddelen stonden. Doorgaans konden wij van drie van die vier met de beste wil van de wereld het verband met de kwaal niet terugvinden.
Zo’n consult kan dan natuurlijk ook handiger via de telefoon of e-mail, maar helaas: de persoonlijke aanwezigheid op het spreekuur, daar zijn Franse artsen ERG aan gehecht. Ze hebben er vaak ook weinig moeite mee hun patiënten lang – héél lang – te laten wachten. Het Franse woord voor “geduld” is niet voor niks “patient“. Het is me regelmatig overkomen dat ik bijna twee uur NA het tijdstip van mijn afspraak in de spreekkamer genood werd. Tel daarbij op dat hier op het platteland de dokter niet naast de deur is – wij rijden voor de artsen waar we terecht kunnen meer dan een half uur – en een doktersbezoek wordt al gauw een hele onderneming.
In Barjac, waar al meer dan een jaar naar een nieuwe dokter wordt uitgekeken en waar de gemeente zelfs een huis en een praktijk beschikbaar stelt aan degene die hier wil neerstrijken, neemt geen enkele arts nog nieuwe patiënten aan. Voor noodgevallen kan je terecht in een soort telefooncel bij de lokale apotheek, van waaruit je dan kunt videobellen met een huisartsenpost ergens in de regio, maar ideaal is anders.
Kortom: de eerstelijns gezondheidszorg is hier knudde. Iets waar je in “Ik Vertrek” overigens zelden iets over hoort: blijkbaar zijn de lekkende daken en de ontbrekende vergunningen en het volledig ontoereikende Frans van degenen die emigreren al genoeg narigheid.
En toen hoorden wij bij geruchte, dat er op een haalbare afstand vanaf Barjac zowaar een Nederlandse huisarts neergestreken was, die daar ook praktijk hield. Dat zoiets mogelijk was wist ik al sinds mijn goede vriend Tom van Amsterdam naar Parijs was gegaan om zich daar als huisarts te vestigen, maar dat is alweer bijna vijftig jaar geleden. Dus het gerucht maakte ons nieuwsgierig.
Nou hadden wij, na een arts in Nîmes die wat ons betreft het record “niet-communiceren” op zijn naam had gehad (met ons beiden samen heeft hij in het jaar dat we in Nîmes hebben gewoond verspreid over een drietal consulten per persoon nog geen TIEN woorden gewisseld!) intussen een iets communicatievere huisarts gevonden op 45 km van Barjac. Daar had het laatste consult echter méér dan twee uur wachttijd gevergd (door de dokter zelf aangeduid met “ik heb een beetje achterstand”) zodat we maar weer uitkeken naar een alternatief. Via-via hoorden we, dat de Nederlandse arts weliswaar een patiëntenstop hanteerde, maar dat daarbij een uitzondering werd gemaakt voor Nederlandstaligen! En wij zijn natuurlijk nooit te beroerd om van zo’n omstandigheid gebruik te maken.
Twee dingen vielen al gelijk enorm op tijdens de eerste keer dat ik me bij onze landgenoot vervoegde: allereerst de verwaarloosbare wachttijd (drie minuten na de afgesproken tijd, en op een volgend consult zelfs vijf minuten vóór de afgesproken tijd), maar meer nog de zorgvuldigheid waarmee op mijn vragen werd ingegaan! Niks meer “ivoren toren”, ook geen recept-met-de-vier-standaard-medicijnen, maar in plaats daarvan een uiteenzetting over de alternatieven om het probleem te lijf te gaan, inclusief bijwerkingen. Ineens besefte ik, dat ik de Nederlandse aanpak van huisartsen zelfs nog méér had gemist dan Indisch eten, kroketten en haring!
De vraag van de dokter, wat of ik er zélf van dacht, was mij sinds ons vertrek uit Amsterdam gewoon nooit meer gesteld. Terwijl dat bij dokter Cor de Bruijne in Amsterdam de manier was waarop arts en patiënt SAMEN tot een verstandige diagnose kwamen. Wij zijn in de 17 jaar dat we in Frankrijk wonen nooit erg pro-Hollands geweest, integendeel: omgaan met landgenoten was niet zo ons ding. Maar de opluchting van een medisch advies dat op basis van de Nederlandse nuchterheid werd verstrekt, dus zonder de hautaine arrogantie die we hier gewend waren, was reden genoeg om in dit geval onze gebruikelijke terughoudendheid ten opzichte van landgenoten volledig te laten varen.
Intussen bleek de VROUW van de dokter een hele leuke blog te schrijven, waar ze, juist door de ogen van nieuwkomers in Frankrijk, op een luchtige en komische manier het Franse leven beschrijft. Of liever: het leven van juist die nieuwkomers. Zowel de dokter als de “vrouw-van” lijken langzaamaan goede vrienden te worden. En dat terwijl we er daar maar een handjevol van hebben….
Deze week hoorden we, dat onze EERSTE Amsterdamse huisarts, Dr. Pim Scheele, recentelijk is overleden. Hij was degene van wie onze dokter Cor de Bruijne de praktijk overnam, nadat Pim die jaren lang had gerund en waarbij hij een steun en toeverlaat was geweest voor talloze Aids- en HIV patiënten in de tijd dat lang niet elke arts dat was. Veel van onze overleden vrienden waren patiënt bij Pim Scheele. Een eigenheimer met een hart!