Emoties zijn vreemde dingen: triest wordt méér triest naast vrolijkheid, en andersom is het ook waar. In een tijd waarin het verdriet en de angst overheersen, lijkt de behoefte aan ontspanning en plezier groter te worden. En de vreugde als dat plezier er is groeit mee.
Dat merkten Peter en ik gisteravond toen “onze Oekraïners” (want zo noemen we de familie intussen) zich eindelijk lieten overhalen om bij óns te komen eten, in plaats van hun gebruikelijke uitdelen van taart, koek, bonbons en koffie. Met wat vertraging – ze hadden hun gratis trein gemist omdat het Rode Kruis per se het uitdelen van tickets wilde regelen, in plaats van Oekraïners te laten reizen op vertoon van hun paspoort of verblijfsstatus en dus stond er een rij van twee strekkende kilometers voor het ticket-kantoor – schoof de hele familie ’s avonds aan. Peter had voor de gelegenheid ‘echt’ Frans gekookt en na de eerste bescheidenheid werd er al gauw gretig opgeschept: paté-en-crôute, confit de canard, aardappeltjes uit de oven en een heerlijke gemengde salade van roquette, ui, paprika en een half dozijn andere toevoegingen.
Nou drinken “onze Oekraïners” niet veel. Ze doen op dat gebied de naam van hun regio zeker geen eer aan. Maar gister gingen er toch een paar flessen wijn doorheen, want Peter en ik hadden de gitaar voor de dag gehaald en muziek van Brel, Cohen, hun ‘landgenoot’ Aznavour en van Simon en Garfunkel gecovered. Roestig en niet meer helemaal zuiver, want onze stemmen worden er niet beter op met de jaren. Maar het werd allemaal met vreugde en bewondering aangehoord – of anders hebben ze tenminste goed gedaan alsof. Het werd kortom een héél genoeglijke avond en ineens is het zijn van gastgezin dan geen straf meer, integendeel.
Door toeval – we zijn er ooit geweest – kennen Peter en ik het Oekraïense volkslied. En dus leek het ons goed voor het thuis-gevoel om dat neuriënd ten gehore te brengen. De heimwee en het verdriet denderden met bakken tegelijk over het gezelschap: wég was de vreugde, het gemis van thuis was te sterk. We konden onszelf wel voor de kop slaan bij de onnadenkendheid, dit hadden we kunnen zien aankomen.
Het gesprek, nu niet met handen en voeten maar grotendeels vertaald dankzij de twee jongsten die Engels spreken, ging gelijk over de oorlog en gelukkig kwam al gauw op tafel dat zij hadden begrepen hoe optimistisch hun oorspronkelijke schatting over de duur was geweest. Eerst waren ze voorbereid geweest op een verblijf in den vreemde van enkele weken, intussen beseften ze al dat het eerder enkele maanden zou zijn, als het al niet jaren zouden worden. Na de eerste successen van Oekraïne bij het terugslaan van de aanvallen op Kiev lijkt de oorlog in Oost- en Zuid-Oekraïne te stagneren; de Russen komen weliswaar niet erg vooruit, maar van terugtrekken is ook geen sprake. En ook lijkt hun stad Odessa niet minder, maar méér in de vuurlinie te komen. De gedachte dat de Dag van de Overwinning, 9 Mei, het moment voor Poetin zou zijn om te stoppen met de vijandelijkheden is in de commentaren intussen alweer naar de achtergrond verdwenen.
En dus zit de familie, voorlopig, in een wildvreemd land, met voor hen (net als voor ons trouwens) soms héél vreemde regels en gewoonten, en logeren ze bij de gratie van twee malle homo’s uit Nederland (luid ge-protesteer!) op het Franse platteland. Als de heimwee en het verdriet weer wegebben, is het uitgerekend een RUSSISCH liedje dat iedereen weer aan het zingen en aan het lachen krijgt: “Kalinka” kan door alle zeven meegezongen worden en muziek is zo weer eens een verbindende factor, zelfs met de Russische vijand, tegen wie “onze Oekraïners” trouwens verbazend weinig wrok koesteren. “Poetin zingt niet” zegt één van hen wijs.
Amira, de giga-hond, ligt uitgestrekt op het tapijt op een plaats waar ze iedereen goed kan zien. Als Narine, Liana’s moeder, tenslotte véél te beleefd vraagt of er bezwaar tegen is dat ze gaat slapen, wandelt de hond met haar mee naar ‘hun’ huis. Vrolijkheid van mensen betekent voor een hond niet zo veel, maar triestheid bespeuren ze op kilometers afstand! Welterusten, Narine, Dobre spaty!