… dan in bijvoorbeeld Nederland of België. Dat de manieren en gewoonten van winkelen en foerageren in Frankrijk nogal afwijken van die in Noord-West-Europa wisten wij natuurlijk al sinds 1990, toen we met ons vrachtschip Frankrijk doorkruisten. En vanaf de dag dat we in Frankrijk kwamen wonen werden die afwijkende gewoonten ‘normaal’: sluitingstijden voor het middagdutje, wekelijkse pauzedagen waardoor de bakker plots niet open is, restaurants waar je meestal NIET voor 19:30 uur terecht kan en zo voort. Nu Frankrijk al meer dan achttien jaar ons woonland is, zitten die zaken in ons DNA.
Maar sommige verschillen zijn subtieler. Bijvoorbeeld de wijze van inkopen bij slagers, bakkers en levensmiddelenwinkels. Waarschijnlijk zal het voor iemand die ver van een dorp of stad woont in Nederland ook zo zijn dat men voor meerdere dagen tegelijk boodschappen doet, en natuurlijk deden wij dat zelf ook al toen we nog voeren (gewoon omdat er voor meerdere weken voorraad moest zijn), maar tot op de dag van vandaag verbaast ons de ongeloofwaardige hoeveelheid etenswaren die mensen af en toe inkopen bij slagers, bakkers en ‘épicerieën’.
Omdat wij hier in Barjac een van de allerbeste slagers van Frankrijk hebben, komen we daar bijna dagelijks. Vaak zijn er dan nog andere klanten vóór ons, en ik luister dan tegenwoordig aandachtig toe wat die bestellen: “vier carbonades. Doe ook maar zes entrecotes. Een lengte bloedworst. Vier quiches. Een pond gemalen biefstuk. Doe ook nog maar een eendenborstfilet. En acht gehaktballen. Zes ons boeuf bourgignon.” En net als je denkt: nou zal hij of zij alles toch wel hebben, komen er nog lamskoteletjes, braadworsten en merguez bij.
Toen ik de slager na zo’n klant een keer vroeg of die een restaurant runde, was het verbaasde antwoord dat alles enkel voor de familie was. Nou zijn natuurlijk bijna alle families groter dan ons twee-persoons-huishouden, maar toch: het kán niet anders of een groot deel van het aangekochte verdwijnt de vriezer in!
Maar onze slager verzekerde ons, dat veel van dergelijke klanten na 2 of 3 dagen weer in de winkel staan, en dus hoeft alles hooguit in de koeling. Des te dankbaarder waren wij hem dat hij óók voor onze bescheiden twee carbo’s of 300 gram gehakt of twee kippenpoten evenveel aandacht en enthousiasme had als voor de enorme aankopen van sommige andere klanten.
Peter neemt dan ook soms een proef-hapje mee van een van de wat exotischer gerechten die hij met het vlees van deze slager maakt, en legt uit wat het is en hoe hij het maakt: Vietnamees gekaramelliseerd spek, Indische rendang, Vlaamse ‘préparée’ (wat in Nederland gek genoeg ‘filet-americain’ heet) en dergelijke. De slager wil er ALLES van weten!
Als er dus weer eens een klant vóór ons is die veel tijd nodig heeft voor wat wel een weeshuis-voorraad vlees lijkt, dan verbijten we ons ongeduld en wachten rustig tot onze twee balletjes gehakt aan de beurt zijn. Om tien minuten later in de supermarkt te wachten omdat de mevrouw vóór ons eerst een volle kar moet afrekenen en dat dan doet met het bedaard invullen van een papieren cheque – bedrag, bedrag in letters, plaats, datum, handtekening en ‘uitgeschreven aan’ – die hier in Frankrijk nog volop wordt gebruikt.
Eén Europa? Nog niet helemaal…. Maar soms zijn die verschillen eigenlijk ook wel prettig, en lekker eten, dát is hier een gegeven!
Wat een mooi verhaal, meer van dit soort prachtige vergelijkingen
Liefs, Gert Kortenbach