…. dat er géén reformatorische scholen zouden bestaan, en géén Getuigen van Jehova, en géén Russen, géén Polen, géén Hongaren en géén fundamentalisten van welk geloof dan ook. En dat er daardoor voor jongeren geen reden zou zijn om per se hetero te willen zijn. Dat er in plaats daarvan eerder gedacht zou worden: ik hóóp dat ik later homo word! Omdat er dan geen lastige en beangstigende coming-out meer zou bestaan; die zou dan immers vervangen zijn door een trotse speech: YES, ik ben homo! Waarna de jongere in kwestie van alle kanten zou worden gefeliciteerd met zó veel mazzel!
Helaas, het stikt van de fundamentalisten, van de Hongaren, van de Poolse katholieken, van de Russen en van de Getuigen van Jehova. Net zoals het stikt van de Reformatorische scholen, waar ze er niet voor terugschrikken de homofobie en de angst voor het uit-de-kast-komen in stand te houden. Met als gevolg dat veel jongeren drie, vier of vijf jaar van hun jeugd bang zijn om zichzelf te zijn. Wat trouwens voor veel van hen niet helemaal zonder kleerscheuren verloopt: op zijn minst een negatiever zelfbeeld, op zijn ergst zelfdoding.
Het lijkt zo onschuldig: de stelling dat God (whoever she may be) seks heeft bedoeld voor “in een huwelijk tussen één man en één vrouw”. Als God zoiets bedoeld zou hebben, dan had ze de mens immers wel anders in elkaar gezet? Het oordelen over iemands gerichtheid is ongeveer even bête als de stelling dat mensen die op blond of op dun vallen er niet bij horen. Maar ALLE boven opgesomde groepen houden het vooroordeel halsstarrig in stand.
Zelf ben ik nog altijd dolgelukkig dat ik homo ben, serieus! Als hetero zou ik véél minder reden hebben gehad koppig een eigen weg te zoeken, en dat zoeken heeft me in mijn geval geen windeieren gelegd: een geweldige man, een grillig maar héél succesvol carrièreverloop, een ouwe-dag in behoorlijk goeden doen en tientallen goede en trouwe homo-vrienden (naast de vele heterovrienden natuurlijk) en een leven dat NIET naar voorbeeld van mijn hetero-ouders is ingericht, maar helemaal naar mijn eigen denkbeelden, voorkeuren en ideeën. Dus al had ik er veel geld voor gekregen, ik had NIET als hetero door het leven willen gaan. Die eigen denkbeelden zijn me daarvoor te dierbaar.
En in die denkbeelden is geen plaats voor oorlog. En niet voor vrij verkrijgbare vuurwapens. En niet voor extremisten en fundamentalisten, met alle narigheid die ze hebben gebracht. En niet voor de Hongaren van Orban, met hun op uitsluiting en eng moralisme gebaseerde politiek. En niet voor de Poolse katholieken en hun Middeleeuwse mentaliteit. En niet voor Poetins Russen. Maar dus óók niet voor scholen die opgroeiende kinderen denken te kunnen vervreemden van hun eigen ik.
Was het maar alvast zo ver, dat ouders hun vrienden zouden uitnodigen om te vieren dat hun dochter lesbisch was of hun zoon homo. Dat ze een groot feest zouden geven als een van hun kinderen trans bleek. Dat ze misschien hun wenkbrauwen zouden fronsen als hun kroost (M/V) op voetbal wilde, want dat is immers nog altijd niet een wereld van gelijkheid en inclusief denken.
Maar in plaats van het geschetste wensbeeld is er vooral nog veel domheid. Ongelofelijke domheid!